FAQ - Leren leren - 2de leerjaar

Bouwstenen


1. Aanpakgedrag

- Geef uitdrukking aan de positieve dingen die je ziet gebeuren bij je kind. Wees daarmee niet zuinig.

- Benadruk de capaciteiten van je kind om het probleem op te lossen.

- Stimuleer je kind om zelf uitdrukking te geven van wat positief is.

- Let erop dat het kind zijn tijd neemt om de opdracht te overzien. “Wat staat me wel of niet te doen?”

- Een goede planning zorgt voor minder spanning.

- Heeft je kind een taak, maak dan een plan: wat doe je eerst en dan en daarna?

- Denk aan de uitdrukking:” Mijn werk is pas gereed als ik de controle deed.”

- Bij gemengde rekenoefeningen, plaats de min-tekens in een kleurtje. Zo vallen ze op en vermijd je kind foutjes.

- Het is aan te raden de agenda van je kind dagelijks in te kijken. Is alles afgewerkt?

- Voor er gestart wordt aan de huistaak, ligt de tafel er netjes bij.

2. Taalvaardigheid

- Probeer de juiste woorden te vragen aan je kind, zodat anderen je kind duidelijk kunnen verstaan.

- Laat je kind nauwkeurig uitleggen wat het denkt.

- Probeer regelmatig nieuwe woorden bij te leren aan je kind, zo kan het zich nauwkeuriger uitdrukken.

- Laat je kind de telefoon eens opnemen en spreken.

- Misschien kan je kind eens de handleiding lezen bij een spel.

- Verbeter je kind op een positieve manier. Je herhaalt wat je kind zei, maar op een correcte manier.

- Help inzien dat boodschappen verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden, verduidelijk op een tolerante manier.

Goede leerhouding

1. Zelfregulering, ik controleer / ik denk na

- Verwoord bij je eigen activiteitenvaak hardop wat je denkt en hoe je zelf je gedrag stuurt.

- Geef je kind verantwoordelijkheid. Begeleid activiteiten. “ Kun je de straat al oversteken?” “Nee, want er is nog een auto”.

- Help je kind met zijn denkwijze: “Wat weet ik reeds, wat moet ik precies doen alvorens te starten? Beschik ik over de nodige spulletjes? Welke moeilijkheden mag ik verwachten? Waar moet ik bij mezelf op letten om de taak tot een goed einde te brengen?”

- Stimuleer controle bij je kind.

- Bevraag je kind over de werkwijze die het gebruikte om tot een oplossing te komen.

- Wanneer je kind met een activiteit bezig is, kan je je kind begeleiden, sturen, helpen door vragen te stellen i.p.v. antwoorden te geven. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je kind zichzelf leert bevragen…